Het Kloosterpad is gelopen

18 maart 2022 16:00

Wat een prachtig weer hebben we gehad tijdens het laatste trainingsweekend op het Kloosterpad. Het was ook dit keer weer een hele puzzel om iedereen van het eindpunt naar de start te krijgen en terug. Maar ook dit keer is het gelukt met behulp van de wandelaars en deelnemers van de pelgrimstocht Walk for Homs. 

Overzicht kwijt

Elza en Karlien hadden besloten om eerder te vertrekken in verband met de korte pootjes van Karlien. Wij zouden ze wel inhalen volgens hun. Joke zag hun passeren bij de bushalte en besloot bij hun aan te sluiten. Eugène en Esther waren helaas getroffen door het coronavirus dus die moesten verstek laten gaan. Carla, die we nog nooit eerder hadden ontmoet, had aangegeven dat ze vanaf het terras dat wij zouden passeren bij ons zou aansluiten. Alleen door al deze verschillende berichtgevingen was ik het overzicht helemaal kwijt en besloot ik om alles los te laten onder het mom van 'iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen keuze en leven'. Iets dat ik steeds makkelijker doe door alle ervaringen tijdens de organisatie van deze pelgrimstocht. Dit hield dan ook in dat ik totaal niet meer aanging toen Conny vertelde dat er een mevrouw zo leuk naar ons had gezwaaid vanaf het terras dat wij passeerde. Pas een tijd later ging mijn telefoon. Het was Carla om te vragen waar we waren. Ze was wel achter ons aangelopen nadat ze haar sappige peer nog even snel had opgesmikkeld op het terras, maar ineens waren we uit haar gezichtsveld verdwenen. Ook op de vraag bij welk knooppunt we waren werd het volledig grijs voor mijn ogen. We besloten om onze eigen wegen te gaan en dat we elkaar later deze dag vast nog zouden treffen.

Verbinding

Mijn oom zei en schreef het overal: "Wandelen verruimd je geest." Het is echt helemaal waar. Iedere keer verbaas ik mij er weer over dat onze groep zich zo natuurlijk met elkaar vermengd ondanks dat sommige altijd meelopen en anderen voor maar één keer. Iedereen kletst wel een keer met elkaar en als er hulp nodig is dan wordt die aangeboden. Zo ook met de route, want door het geklets wordt er wel eens een afslag gemist of wordt er door mij geroepen dat het pannenkoekenhuis echt niet veel verder meer is. Als dan blijkt dat we terug moeten of dat het pannenkoekenhuis helemaal niet op de weg is dan zien we allemaal de humor ervan in en kijken we samen naar de juiste route of de mogelijkheid om het water in onze mond te doen drogen.

Gevonden voorwerpen

Hoe langer we lopen hoe beter de koffie en appeltaart smaakt wanneer we even ons tot rust manen. Zo ook op deze dag, want als we nog maar drie kilometer voor de boeg hebben zien we eindelijk een dorpscafé opdoemen. Het is dan ook niet gek dat niemand vraagt of we willen stoppen en gewoon direct naar binnenlopen, want dit hebben we dik verdiend. De gebruikelijke cappuccino's en punten appeltaart worden besteld. Zelf ga ik voor een softijsje met een Ice Tea om mijn suikerwaarde weer wat aan te vullen. Het is toch altijd weer een feest als we weer extra mogen genieten van al dit lekkers. 

Op het moment dat bijna iedereen heeft afgerekend stapt Carla het café binnen. Gelukkig is Hiske er, want zij zorgt dat we als groep weer gaan zitten om ook Carla de ruimte te geven om te genieten van haar verdiende kop thee. Het is namelijk niet niks om ruim 27 kilometer in je eentje te lopen. Dit moment is dus een soort kers op de taart om toch bijna allemaal samen met elkaar de laatste stappen te zetten. Ik ben hier heel blij mee, want in dit soort situaties wil ik dat iedereen blij is en raak ik vaak wat overprikkeld. Hierdoor heb ik te veel gedachtes en kan ik moeilijk een keuze maken. Hiske, bedankt!

Niet storen

Eenmaal in het pittoreske Megen aangekomen bespreken we met elkaar het plan voor vanavond en morgenochtend en splitsen we ons op. Degene met auto's gaan de grote wisseltruc doen om morgen weer makkelijk ons te kunnen verplaatsen na aankomst. Daarna is het tijd om in te checken bij de locatie van het overnachten. Alleen Nita en ik verliezen de tijd uit het oog en bellen om 18.02 uur bij het Minderbroedersklooster aan in Megen waar we bij de Franciscanen overnachten. Op het moment dat Nita de bel indrukt realiseren we ons dat de broeders om 18.00 uur in gebed zijn, maar het kwaad is al geschied. Een lieve vrouw doet open en leidt ons in stilte naar de kamers. Althans dat probeert ze, maar het briefje met onze naam erop bij de deur van de vertrekken is in geen velde of wegen te bekenen. Geen probleem, we komen later wel terug in de hoop dat er gewoon een kamer beschikbaar is. We vragen of we wel gebruik mogen maken van de douche, want die hebben we wel nodig voor we aan tafel gaan. We eten heerlijk en gezellig in restaurant de Poort met Henk, Helmi en Bernie om vervolgens nog net voor 21.30 uur ons weer te melden bij het klooster. Na het aaien van de kat van broeder Jan worden we uitgenodigd om bij de avondsluiting aanwezig te zijn, maar onze oogleden liggen nog net niet op onze enkels, dus we besluiten om aan te sluiten bij het ochtendgebed om 07.30 uur. Ik besluit voor het slapen gaan om mijn kleine tenen nog even in te tapen, want het lijkt net of ik inmiddels twaalf tenen heb. 

Ochtendgebed, ontbijt en gebedsintenties

In alle vroegte gaat mijn wekker en mijn elfde en twaalfde teen kloppen hard mee. Ik begin mij nu licht zorgen te maken over de gemoedstoestand van mijn voeten, maar ik blijf positief. Om iets voor half acht melden Nita en ik ons bij de broeders voor het gebed om vervolgens direct aan te sluiten bij het ontbijt. In een prachtige zaal mocht ik voor het eerst met broeders ontbijten. Daarnaast schoof er ook een vrouw en een drietal mannen aan. Zij waren op retraite gekomen. Het was een bijzondere ervaring. Voor we vertrokken hebben Nita en ik nog een bezoek gebracht aan het Heilig Bruurke en een gebedsintentie in de mouw van broeder Everardus gedaan. Na een laatste inspectie aan mijn tenen en ze te verblijden met wat extra wandelwol van Nita konden en het toezingen van Jan, de man van Karlien, voor zijn verjaardag vertrokken we richting Velp. 

Reisje langs de Maas

Weer met de zon aan de hemel en omringt door de natuur was het een prachtige dag vol mooie gesprekken en verrassingen. De herten staken voor onze neus over, de hazen hupten door het akker en de ezels stonden klaar om te knuffelen. Na een koffiepauze zonder taart in het romantische Ravenstein liepen we verder richting Velp langs de Maas. Vlak voor het voor­malig klooster Kafarnaüm van de Kapucijnen waar Nita, Bernie en ik zouden overnachten leek het mij toch een goed idee om even te kijken of mijn twaalf tenen zich niet weer hadden vermenigvuldigd, want het werd knap warm in mijn nieuwe wandelschoenen. Ik heb werkelijk nooit geweten dat mijn voeten zo konden huilen (lees zweten). Het was net alsof mijn sokken de hele dag hadden doorgebracht in de stoomsauna. Maar overal is een oplossing voor. Henk twijfelde geen moment en greep in met zijn flesje talkpoeder, Marjan stopte mij nog wat wandelwol toe en hop daar gingen we weer. 

Eten in Velp of toch niet?

Al eerder hadden Nita en ik geappt over waar we in Velp zouden gaan eten. Ook in Ravenstein kwam dit nog ter sprake. Nita zocht wat opties op, want mijn eerdere suggestie bleek volgeboekt. Alleen ik kon op mijn kaart de optie van Nita niet vinden, maar dat kan gebeuren. Mijn telefoon loopt wel vaker vast. Nita maakte de reservering en deelde de locatie met iedereen, zodat we daar ons niet meer druk over hoefde te maken. Na aankomst bij het Emmausklooster in Velp namen we de tijd om ons op te frissen en ons klaar te maken voor ons diner. Gelukkig was Helmi de heldere van het stel en kwam er achter dat er eigenlijk geen restaurants in Velp zijn, maar alleen in Velp bij Arnhem. Daar konden we dan ook erg lachen en gelukkig had de dame van Vrienden op de Fiets waar Henk en Helmi sliepen een leuke tip in Grave. 

Residentie Mariëndaal

De reden dat ik deze drie etappes als laatste wilde lopen is omdat oom Frans zijn noviciaat in residentie Mariëndaal, een voormalig Jezuïetenklooster, heeft volbracht. In alle verhalen wordt vermeld dat dit in klooster in Grave staat alleen niets bleek minder waar. Het staat in Velp. Dat was een leuke verrassing, omdat ik nu op dag twee van dit trainingsweekend hier aankom, hier overnacht en op dag drie hier weer vandaag mag vertrekken. en dat terwijl ik in de veronderstelling was dat we alleen op de laatste dag er vlak langs zouden lopen. Maar dat blijkt niet het enige verrassende aan dit klooster. Het feit wil namelijk dat ik twee jaar lang langs dit klooster ben gereden naar mijn toenmalige opdrachtgever Dedicon. Toen had ik er geen weet van dat oom Frans in dit het klooster een deel van zijn leven heeft doorgebracht. Voor we gingen eten in Grave zijn Nita en ik nog even langs om een kijkje te nemen. Prachtig. 

Oekraïense gastvrijheid

We gingen eten bij Tante Tanja in Grave. Bij binnenkomst was het al gezellig. De tafeltjes waren leuk aangekleed met traditionele kleedjes en de muren waren vrolijk beschilderd met tekeningen uit Oekraïne. Het welkom was hartverwarmend en het eten heel lekker. De vraag bij mij bleef ronddansen in mijn hoofd hoe ze in Grave terecht waren gekomen, dus ik besloot het te vragen. Het bleek dat het gezin twaalf jaar in verschillende AZC had doorgebracht en toen ze in Grave zaten een verblijfsvergunning had gekregen. De droom van mama Tanja was een eigen restaurant, dus dat is er gekomen. Ook de kinderen timmeren lekker aan de weg. Zo is de dochter bijna afgestudeerd en staat de wereld aan haar voeten. Om 21.00 uur werden we alleen vriendelijk verzocht om het restaurant te verlaten, want ze moesten nog andere mensen verzorgen. Dat was voor ons weer een reden om te vragen wat er aan de hand was. Het bleek dat ze dertien vluchtelingen uit Oekraïne opgevangen. Geraakt door het verhaal besloten we een mooie extra bijdrage te doen voor deze mensen, want dit vonden we zo'n mooi gebaar dat we ook iets wilde betekenen voor deze bijzondere mensen. 

De laatste dag is aangebroken

Zo’n 30 minuten heeft het mij gekost om mijn voeten te voorzien van wandelwol, talkpoeder en flexotape. Eenmaal mijn sokken aan was ik in de veronderstelling dat ik nog zou kunnen lopen op mijn te warmen schoenen deze dag. Alleen deze gedachte verdween al gauw toen ik mijn schoenen aantrok. Ik raakte direct in een lichte paniek, want met drukpunten die ik voelde kon ik nooit 28 kilometer wandelen. Ik begaf mij als een replica van Lucille Werner naar het vertrek in het klooster waar we mochten ontbijten en trok zo snel als ik kon mijn schoenen weer uit. Ik kon nu alleen maar hopen dat de schoenen die Corine voor mij mee zou nemen als pantoffels zouden zitten. 

Pantoffels



Na het ontbijt was het wachten op de deelnemers. Op het moment dat ik het klooster verliet zag ik de man van Corine, Jeroen, de auto keren en Corine staan zonder schoenen. Weer werd ik overvallen door een lichte paniekaanval, want de schoenen stonden nog in de auto. Het was gelukkig vals alarm. Jeroen maakte gewoon even een wheely om vervolgens ons te komen uitzwaaien. En daar waren ze, de schoenen van Corine! Alleen al bij de eerste aanraking maakte mijn hart een sprongetje van geluk. Het leken net pantoffels, net zo als ik ze al eerder in de winkel had gepast. Alleen werd mij toen duidelijk gemaakt dat met mijn voeten deze schoenen niet heel goed ondersteuning zouden geven. Dat heb ik deze laatste trainingsdag maar voor lief genomen, want alles beter dan mijn eigen stevige en warme kisten.

Henk en zijn harem

Eenmaal op pad duurde het niet lang voordat er een man op een paard voorbij snelde. Voor ik het wist riep ik ‘Ben jij mijn prins op het gevlekte paard?” Hij had mij volgens mij zo meegenomen als Henk niet naast mij had gestaan. Het was hem denk ik wel duidelijk dat niemand komt aan de harem van Henk. Ik vind het überhaupt al bijzonder dat Henk het al twee dagen volhoudt tussen alle kakelende dames.

Wanneer we het prachtige Grave doorkruisen brengen we een bezoek aan de Sint Elisabethkerk om daarna onze weg richting kasteel Tongelaar. Eenmaal daar aangekomen worden we door Henk getrakteerd op taart in de zonnige binnentuin. Zo’n laatste trainingsweekend moet immers gevierd worden. Henk, die weet wel hoe hij voor zijn harem moet zorgen. Alleen na de taart nemen we afscheid van Henk. Henk gaat met mijn auto die we hier hebben geparkeerd richting Sint Agatha. Hij wilde zijn voeten sparen voor in april. Wel fijn dat wel een safety auto hier hebben neergezet, want we wisten niet hoe mijn voeten zich zouden gedragen deze dag. Ik besluit om door te lopen.

Eenmaal in Cuijk aangekomen zetten we Carla op de trein en lopen we verder naar een terras voor nog een laatste kop koffie en om even wat rust te geven aan onze voeten. Eenmaal weer op gang lopen we onze laatste stappen van het Kloosterpad richting Sint Agatha langs de Maas. Opeens verschijnt Henk achter ons. Die had zich verstopt achter een boom om spontane foto’s van ons te kunnen maken en ons te vergezellen op de laatste meters. 

We made it! 

Het Kloosterpad is gelopen. Ruim 330 kilometer hebben we in de benen. Wat een geweldige ervaring en hoe leuk is het geweest om de meeste deelnemers voor de pelgrimstocht ‘Walk for Homs’ al te hebben ontmoet en kennis te mogen maken met wandelaars die gewoon een etappe met ons meeliepen. Iedereen was welkom.  Het heeft in mijn ogen al echt gezorgd voor de verbinding en inspiratie die mijn oom bedoeld. Daarnaast mogen Nita en ik ons nu officieel echte wandelaars noemen. Wie had dat ooit gedacht. Wij die eerst 5 kilometer al heel wat vonden lopen nu al 30 kilometer op een dag. Nita helemaal zonder pijntjes en ik als een soort weekdier, maar dat mag de pret niet drukken. We weten inmiddels wat knooppunten zijn, beseffen ons nu dat je ook best even mag stoppen met wandelen en hebben bijna onze wandeloutfits compleet voor 5 april. Ik kan niet anders zeggen dat ik ontzettend uitkijk naar 5 april!